Meer dan 50 Belgische moderetailers en -merken, onder leiding van Mayerline en Duror Group, vragen dringend extra steun. Het voortbestaan van de Belgische modeboetieks is in gevaar, luidt het.

Cashflowprobleem en overstocks

Er is dringend nood aan bijkomende ondersteuningsmaatregelen in de moderetail, dat onderstrepen nu ook de handelaars zelf, na onder meer Mode Unie en Creamoda.

In een open brief stellen Peter Perquy (CEO Duror Fashion Group, bekend van Terre Bleue, Gigue en Zilton) en Mimi Lamote (CEO Mayerline) dat extra steun cruciaal is voor het voortbestaan van de sector. Ondertussen ondertekenden al meer dan 50 CEO's van andere Belgische labels, van Bellerose tot Xandres, de oproep.

Aangezien de modesector "nu al voor het derde seizoen op rij in een zeer zware storm zit", aldus de briefschrijvers, is er enerzijds een zeer groot cashflowprobleem en heeft anderzijds elke modewinkel te maken "met grote stocks die snel aan waarde verliezen". Bij meer en meer winkeliers dreigt daarom het faillissement.

Concreet vraagt de sector een verlenging van de maatregel van tijdelijke werkloosheid, verhoogde fiscale aftrek van de overstocks en een graduele vorm van het Vlaams Beschermingsmechanisme. Ook zouden de modehandelaars willen dat het dubbel overbruggingsrecht voor hen van toepassing wordt, zoals dat voor sommige andere sectoren al het geval is.

Tot 90% minder bezoekers

Modeboetieks in de binnensteden krijgen tot 90% minder bezoekers over de vloer, getuigen Lamote en Perquy. Daardoor is in de winkels slechts een minimumbezetting nodig.

Ook de voorraden zijn een enorme kost: de voorraden voor het zomerseizoen liggen nog in de rekken en straks moeten de leveringen van het nieuwe seizoen weer betaald worden, terwijl "alle modedetailhandelaars hun financiële reserves volledig hebben opgebruikt".

Onlineverkoop bedraagt minder dan 15% van de normale omzet, geven de retailers een unieke inkijk. Mede daardoor boeken veel winkeliers vandaag 40% tot 70% minder omzet. Pas als ze echter meer dan 60% omzet verliezen, hebben ze recht op het Vlaams Beschermingsmechanisme.

Het zou volgens de briefschrijvers "veel eerlijker en meer ondersteunend zijn" om met drie niveaus te werken: 15% compensatie voor boetieks die 60% en meer omzet verliezen, 10% voor winkels die tot 60% verliezen en 5% compensatie voor zij die tussen 40 en 50% minder draaien.

"Wij beseffen dat u veel vragen voor steun ontvangt", klinkt het, maar "de kansen om deze crisis te overleven zijn voor de modesector veel complexer dan bij sectoren die simpelweg gesloten dienen te blijven. (...)

Zo niet zullen er straks alleen nog enkele grote internationale ketens overblijven, die dankzij hun omvang en middelen zullen kunnen overleven, terwijl de duizenden lokale boetieks die onze winkelstraten zo mooi kleuren allemaal zullen verdwijnen, omdat hun geldreserves volledig uitgeput zijn." (retaildetail)